‘Eén mevrouw nam een hapje uit alle cupcakes’
Het is alweer een tijdje terug, maar Lucile en Fleur (6) weten het nog goed. ‘We gingen naar oude mensen, die zelf bijna niks konden doen. We kenden hen nog niet. Het waren gewoon vreemden. We hadden onze eigen spullen meegenomen en gingen bij hen in de keuken bakken.’ ‘Het waren oude mensen, maar ze gedroegen zich een beetje als een kind’, vult Julie (9) aan.
Japan Eline en Geert de Boo, de ouders van Lucile, Fleur, Julie, Berend (13) en Thom (16) zijn niet voor een kleintje vervaard. Bijna vijftien jaar geleden gaven ze hun baan als respectievelijk speechschrijver en stedebouwkundige op om in de Verenigde Staten een opleiding tot zendeling te gaan volgen, waarna ze in Japan mochten kerkplanten, zoals Eline dat uitdrukt. Ruim een jaar geleden keerden ze terug in Leiden en pakten ze hun oude beroepen (gedeeltelijk) weer op. ‘Ons taalgebruik zal voor jullie doelgroep misschien wat vreemd zijn, maar wij zeggen: tot God ons weer roept’.
Het gezinsvrijwilligerswerk begon eigenlijk in Japan. Eline: ‘Dat kwam door Berend. Tussen de wolkenkrabbers in het centrum van Tokio waar we woonden, zaten daklozen op straat, waar niemand naar omkeek. Berend vond dat heel erg. Dan graaide hij in mijn tas om te zien of daar een rijstbal of een broodje in zat dat we aan hen konden geven. Toen bedachten we: als we iedere week iets kunnen overhouden, kunnen we lunchpakketten voor die daklozen maken. Al snel deed de kerk mee en konden we een flinke groep daklozen meerdere keren per maand helpen. In Japan hoorde dat heel erg bij ons leven.’
Naaste ‘We proberen onze kinderen te leren dat het goed is om iets voor een ander te doen, want we hebben zelf zoveel gekregen: we hebben elkaar, het is hier thuis gezellig en we komen geen geld tekort. Hoe mooi is het om van die rijkdom ook iets van aan andere mensen te geven. Ik wil niets liever dan dat mijn opvoeding helpt om bij mijn kinderen de motivatie los te maken iemands naaste te willen zijn. Dat zit niet zondermeer in de mens, dus dat lukt alleen als je dat oefent.’
In Nederland hadden ze nog niet echt een manier gevonden om dat te doen, dus toen in de kerk werd gevraagd wie als gezin wat tijd en energie wilde geven aan mensen die dat nodig hebben, gaven ze zich graag op. Eline: ‘Stichting Present zorgt dat je terechtkomt bij iemand die je hulp echt nodig heeft en biedt ook vrijwilligerswerk aan voor gezinnen. Dat is er verder nauwelijks en een beetje een gat in de markt.’
Iemand langs van Present kwam langs om kennis te maken en de kinderen tekenden poppetjes en schreven daarin waar ze echt goed in zijn en wat ze belangrijk vinden: tekenen, knutselen, vrienden maken. Eline: ‘Dat was een heel speelse manier om uit te vinden wat je voor een ander zou kunnen doen.’
Taart Nu wil het geval dat de familie De Boo bijna ieder weekend een taart bakt. Eline: ‘Dat doen we echt als gezin. Samen aan het kookeiland. De zorg heeft daar geen tijd voor, dus we vroegen: kunnen we mensen daar niet blij mee maken? Dan eten we de cakes daarna samen op en maken tekeningen voor de bewoners.’ Het gesloten huis voor dementerende bejaarden was voor alle kinderen een nieuwe ervaring. En het was niet niks. Een mevrouw kleedde zich een beetje uit. Een ander liep eindeloos rondjes. Sommigen gingen zomaar zingen, of ook wel gillen. ‘Dat hadden we nog niet eerder meegemaakt’, zegt Berend droog. 'Het was eerst wel een beetje eng', herinner Julie zich, 'maar op een gegeven moment wen je er ook aan.' Fleur: ‘Er was iemand die steeds liedjes zong.' Lucile: ‘En één mevrouw nam een hapje uit alle cupcakes.’
Zacht Eline had al een gedeelte afgebakken, zodat de bewoners die konden versieren met fondant, snoepkraaltjes en ander lekkers. Sommigen deden dat, anderen aten ze meteen op. En ter plekke bakten ze een aantal cupcakes af, zodat er een heerlijke geur kwam te hangen. Eline: ‘Je merkte dat dat de bewoners iets deed. Sowieso werden ze heel vrolijk van de kinderen om zich heen. Je kon merken dat ze dat niet gewend waren. Er komt maar weinig bezoek en de levendigheid van de kinderen, die gewoon zichzelf waren en meehielpen met versieren – die blik op het gewone leven, zeg maar – deed hen echt goed.’
Na afloop mochten de bewoners de kinderen vragen iets voor hen te tekenen. ‘Bijvoorbeeld: een schaap.’ En ze wilden heel graag hun handjes voelen. ‘Omdat ze zo lekker zacht zijn en omdat het heel lang geleden is dat ze kinderhanden hebben gevoeld’, zeggen Lucile en Fleur. Julie herinnert zich een mevrouw die vertelde over haar jeugd in Nederlands-Indië. ‘Toen ze ons zag spelen, zei ze: dat doet me zo denken aan mijn jeugd.’ En Thom en Berend raakten in gesprek met een sterrenkundige, die heel veel wist te vertellen over zijn beroep.
Groter Willen ze nog een keer? Absoluut. ‘Het was heel gezellig. Een hele warme sfeer’, zegt Berend. En ook Thom heeft er een goed gevoel aan overgehouden. ‘Ik heb echt iets mogen betekenen voor de mensen in mijn stad. Je kon echt zien dat ze er blij van werden. Dat was fijn.’ Ze staan al op de lijst om een volgend project te doen. En de jongens willen in de eerste week van de vakantie via Present bij mensen klussen.
Eline zou andere gezinnen zeker aanraden het eens te proberen via hun lokale Stichting Present. ‘Het is teamwork: je doet het echt samen. En het was een ervaring met mensen die we anders niet zouden zijn tegengekomen. De opa’s en oma’s die er nog zijn, wonen in een eigen huis op het platteland. Dus we zouden niet zomaar met deze mensen hebben kennisgemaakt, of ze misschien een beetje raar of eng hebben gevonden. En nu hebben we een heel gezellige middag met hen doorgebracht. Dus onze wereld is echt een beetje groter geworden.’
Interview Marijke Verduijn |